Stage Medisch-Sociale Wetenschappen
Conclusies in functie van competentie

HOME

Abstract
Keuze van de competenties
Chronologisch overzicht
Planning stageopdracht
Uitvoering stageopdracht
Resultaten en discussie
Beleidsaanbevelingen
Conclusies
Bijlagen
Bibliografie

 

In het deel keuze van de competenties werden mijn leerdoelen naar voor gebracht. In dit onderdeel is het de bedoeling om aan te geven in hoeverre die leerdoelen werden bereikt. Er zal eveneens worden aangegeven welke toepassingen minder goed verliepen en op welke manier dat naar de toekomst toe worden aangepakt.

 

 

1. Leren luisteren naar de andere actoren binnen de gezondheidszorg

 

1.1. Diepte-interview

 

Om dit leerdoel te verwezenlijken werden diepte-interviews afgenomen van enerzijds de hoofdverpleegkundige van de kinderafdeling en anderzijds de hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling. Bij beiden verliep dit niet zoals gehoopt.

De hoofdverpleegkundige van de dienst pediatrie leek mij een heel aangename persoon en had een heel open houding naar mij toe. Ze bleek echter niet te beantwoorden aan het profiel van een ideale respondent voor een kwalitatief interview. In plaats van omvangrijk op elke vraag te antwoorden, kreeg ik heel summiere antwoorden die zich veelal beperkten tot enkel ja en nee antwoorden. Naar alle details moest ik vissen. Zij was er ook steevast van overtuigd dat de huidige bereidingswijze de ideale was en dat de richtlijnen die in de omzendbrief aan bod kwamen absoluut overbodig waren. Mijns inziens had ze het idee dat ik haar opvattingen zou bevestigen, waardoor ze heel ontvankelijk overkwam.

Reeds bij de kennismaking met de hoofdvroedvrouw van de dienst materniteit had ik het gevoel dat zij mij een indringster vond. Zij stond heel sceptisch tegenover mij en wilde mij precies op de proef stellen. In het interview kwam dit nog duidelijker naar voren. Zij vuurde een hele hoop vragen op mij af, waardoor ik de respondent was geworden. Op deze manier stimuleerde zij mij wel om nog verder op zoek te gaan naar aanvullende informatie. Op de vragen die ik dan toch stelde kreeg ik wel heel uitgebreide antwoorden, die mij inspireerden voor het stellen van bijkomende vragen. De hoofdvroedvrouw gaf me het gevoel heel begaan te zijn met de materie en ze uitte dan ook haar bedenkingen op enerzijds de huidige werkwijze en anderzijds de omzendbrief. Op die manier maakte ze haar eigen behoeften aan mij bekend.

Hieruit kan ik besluiten dat ik toch nog niet alle interviewtechnieken onder de knie heb.

 

 

1.2. Vergaderingen

 

Daarnaast werd gepoogd dit leerdoel te bereiken aan de hand van de bijeenkomsten met de hoofdverpleegkundige, de hoofdvroedvrouw en de kwaliteitscoördinator. Zij konden dan in alle vrijheid hun behoeften en bedenkingen uiten. Hiermee werd getracht rekening te houden in de formulering van mijn beleidsaanbevelingen. Zo zagen geen van allen het zitten om op de zuigelingenvoeding op het moment van de maaltijd klaar te maken vanwege het chronisch personeelstekort. Daarom heb ik voorgesteld om de kunstvoeding per 12 uur klaar te maken, maar dit ingewerkt in een HACCP-plan zodat een voldoende veilig systeem is ingebouwd. De hoofdvroedvrouw was ook duidelijk voorstander om op haar afdeling te werken met kant-en-klare voeding. Deze behoefte bleek gemakkelijk te integreren in mijn beleidsplan en genoot bovendien ook mijn voorkeur.

 

 

 

1.3. Informeren in andere ziekenhuizen

 

Op voortstel van de hoofdverpleegkundige van de afdeling pediatrie heb ik geïnformeerd naar de werkwijze van andere ziekenhuizen voor de bereiding van flesvoeding. Hierdoor ben ik op verschillende goede ideeën gestuit. Voornamelijk mijn bezoek aan het Aalsters Stedelijk Ziekenhuis is vruchtbaar gebleken. Ook op deze manier kan luisteren naar andere actoren binnen de gezondheidszorg een positief resultaat geven.

 

 

 

2. Leren meewerken om een nieuw protocol te ontwerpen

 

Hierbij wil ik allereerst opmerken dat ik het gevoel had tijdens de hele periode van mijn stage niet mee te werken aan het opstellen van een protocol, maar dat ik dat protocol alleen moest opstellen. Zij stonden wel klaar om mij alle nodige gegevens te verschaffen en om te luisteren naar mijn opmerkingen en voorstellen, maar daar bleef het dan ook bij. Ik moest overal zelf naar op zoek gaan en mijn ideeën alleen formuleren. Natuurlijk hangt daarmee samen dat ik wel geleerd heb waarnaar en hoe op zoek te gaan. Het heeft mij in elk geval veel bijgebracht voor een eventueel volgend project.

 

 

2.1. Voorbereiding

 

Vooraleer op stage te vertrekken was het noodzakelijk duidelijk waarover het probleem gaat. Daarom dat ik ook alle documenten die omtrent het onderwerp te vinden zijn heb doorgenomen en daarvan een samenvatting heb gemaakt. Op die manier kende ook de geldende wetgeving en richtlijnen omtrent alle aspecten van zuigelingenvoeding. Die voorbereiding heeft mij een goede basis gegeven voor mijn verdere analyse. Het telefonisch contact met het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid heeft mij geholpen om de problematiek in het juiste perspectief te zien.

 

 

2.2. Analyse van de huidige werkwijze

 

Om een nieuwe bereidingswijze te kunnen ontwikkelen is het noodzakelijk eerst de huidige manier van werken door en door te kennen. Hiertoe leende zich het best een niet-participerende observatie.

Gezien de korte stageperiode heb ik ervoor geopteerd slechts één observatiemoment in te lassen. Ik ben er dus vanuit gegaan dat alle verpleegkundigen en kinderverzorgsters op dezelfde manier de voeding klaarmaken. Juist om de reden dat niet iedereen op dezelfde manier werkt zou ik op meerdere dagen observeren.

Positief bleek het feit dat ik geen gebruik gemaakt heb van een scoreformulier om de gevolgde stappen te beoordelen. Het was immers de bedoeling om beschrijvend te werken om zodoende een totaalbeeld te verkrijgen van de huidige werkwijze. De toetsing aan de geldende regels werd maar beoogd in een volgende fase. Aangezien er op datzelfde moment meerdere voedingen werden bereid, vormde het noteren geen hindernis voor het observeren.

Een niet-participerende observatie blijkt echter nog moeilijker dan verwacht. Je mag immers niets zeggen en je niet moeien met hun manier van werken, ook als de kinderverzorgster soms faliekant bepaalde hygiëneregels niet respecteerde.

Niettegenstaande op de afdeling materniteit geen flesjes werden klaargemaakt, ben ik wel tekortgeschoten door daar niet te observeren. In het interview met de hoofdvroedvrouw van deze dienst kwam ik te weten dat de kinderverzorgster of de verpleegster van de dienst pediatrie de bereide flesjes bestemd voor de kraamafdeling enkel naar de dienst brachten en deze niet in de koelkast plaatsten. Hierdoor konden de flesjes soms meer dan een half uur in de warmte te staan, wat natuurlijk uit den boze is.

 

Aan de hand van de diepte-interviews kon bijkomende informatie ingewonnen worden. Het verloop hiervan werd reeds beschreven bij het eerste leerdoel.

 

Aangezien de koeling en de opwarming van de zuigelingenvoeding een kritisch controlepunt zijn, was het een goed idee om deze ook te controleren in de stage-instelling. Ook hier heb ik dezelfde opmerking als bij de niet-participerende observatie. Voor deze controle had ik mij namelijk niet mogen beperken tot de kinderafdeling, maar ik had de koelingsperiode en opwarmingstijd eveneens moeten nagaan op de dienst materniteit.

 

 

2.3. Voorstellen van nieuwe bereidingswijzen

 

Hiervoor werd gebruik gemaakt van de methode brainstorm. Het was de bedoeling om collectief te brainstormen, maar dit is een beetje tegengevallen. Tijdens de eerste vergadering vroeg ik naar ideeën van de anderen maar ik kreeg weinig tot geen reactie. Ik had het idee dat zij vonden dat dat net het doel was van mijn stage en dat het dus mijn taak was. Misschien had ik een beetje meer moeten aandringen op het belang van hun ideeën.

 

Eén van mijn voorstellen was het gebruik van kant-en-klare voeding. Om te weten in hoeverre dat dit haalbaar was, moest ik de firmas van de zuigelingenvoeding contacteren. Zo kwam ik te weten dat niet alle soorten kunstvoeding beschikbaar waren in de gebruiksklare vorm. De beschikbare informatie krijgen van de desbetreffende firmas verliep eveneens niet over een leien dakje. Ik heb immers bij alle fabrikanten moeten aandringen en verschillende keren opnieuw contact moeten opnemen. Het leek alsof zij geen kant-en-klare voeding wilden verkopen. De vertegenwoordiger van Nestlé zei mij zelf dat hij absoluut geen voorstander was van de kant-en-klare voeding. Na lang aansporen heeft hij mij toch de nodige informatie via mail bezorgd. De firma Nutricia beloofde mij de nodige informatie te versturen met de post, maar er is nooit iets aangekomen.

 

Om een uiteindelijke keuze te maken tussen de verschillende voorstellen, heb ik de Duke of Wellington-analyse gebruikt. Dit bleek zeer vruchtbaar te zijn omdat op een overzichtelijke wijze alle voor- en nadelen tegenover elkaar kunnen afgewogen worden. Op die manier kan op een rationeel verantwoorde manier een goede keuze worden gemaakt.

 

 

 

3. De gegevens die ik verkrijg leren rapporteren, interpreteren en evalueren

 

3.1. Voorbereidende informatie

 

Zoals reeds hierboven vermeld werd eerst op zoek gegaan naar allerlei informatie betreffende de zuigelingenvoeding en werden hiervan samenvattingen. Deze samenvattingen werden in de loop van de stage bezorgd aan alle betrokkenen. Dit werd zeer positief onthaald. Dit was al een eerste zet om de aanvankelijk sceptische houding van de hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling een beetje om te doen keren.

 

 

3.2. Stroomdiagrammen

 

Om het traject dat de zuigelingenvoeding moet afleggen duidelijk in beeld te brengen werd dit traject in een stroomdiagram geplaatst. Deze techniek werd eveneens gehanteerd om de huidige bereidingswijze weer te geven.

Bij de toetsing van de huidige manier van werken met de gelden regelgeving werden de gevolgde stappen tegenover de wetgeving in een tabel geplaatst, waarbij alle regels die werden overtreden werden onderlijnd. Dit gaf visueel aan waarop men naar de toekomst toe moet letten.

Toen ik mijn nieuwe voorstellen volledig heb uitgewerkt werden deze eveneens in stroomdiagrammen opgenomen. Om de stappen die in het huidige bereidingsproces nog niet werden gevolgd werden in het blauw gepresenteerd, zodat men onmiddellijk kon zien waarrond men nog moest werken.

 

 

3.3. Vergaderingen

 

De beide vergaderingen werden specifiek georganiseerd opdat ik via die weg aan de hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling, de hoofdverpleegkundige van de afdeling pediatrie en de kwaliteitscoördinator mijn verkregen gegevens en ideeën kon rapporteren. Aanvankelijk was ik een beetje bang om tijdens de bijeenkomst het woord te voeren, maar achteraf bleek dat heel goed te verlopen dankzij mijn degelijke voorbereiding. Ik had dan ook alle punten die ik aan bod wilde laten komen uitgeschreven en iedereen die in de vergadering zetelde overhandigt. Op die manier konden zij goed volgen waarover het ging.

Ook het overhandigen van de samenvattingen (zie supra) bleek hierbij een pluspunt. Zij hadden immers al deze informatie reeds op voorhand gelezen zodat zij duidelijk wisten waarover ik praatte.

Tijdens de eerste vergadering merkte ik op dat de hoofdvroedvrouw van de afdeling materniteit een andere houding naar mij toe aannam. Ze leek veel positiever ingesteld te zijn en stond open voor mijn ideeën. Ze bevestigde het feit dat bepaalde belangrijke punten niet in overeenstemming waren met de wetgeving en was het er duidelijk mee eens dat die moesten veranderen. Tijdens de tweede vergadering was nog positiever over mijn verrichte werk en bedankte me zelf voor de geleverde prestaties. Ze had ingezien dat ik mij duidelijk inzette voor de instelling.

De hoofdverpleegkundige van de dienst pediatrie had eveneens een andere houding aangenomen, maar dan in de negatieve zin. Toen zij merkte dat ik het niet eens was meer de huidige bereidingswijze, zag ze mij niet meer als een welgekomen persoon. Ze bleef erop hameren dat haar manier de beste en de properste was en dat een andere methode niet haalbaar was. Op de dag dat de laatste vergadering gepland was bleek ze zelfs geen tijd (zelfs geen tien minuten) meer kunnen vrij te maken.

Copyright Sofie De Rouck