Stage Medisch-Sociale Wetenschappen
Abstract / Samenvatting stageproject

HOME

Abstract
Keuze van de competenties
Chronologisch overzicht
Planning stageopdracht
Uitvoering stageopdracht
Resultaten en discussie
Beleidsaanbevelingen
Conclusies
Bijlagen
Bibliografie

De stage had tot doel mij volgende competenties eigen te maken: leren luisteren naar de andere actoren binnen de gezondheidszorg, leren meewerken om een nieuw protocol te ontwerpen en de gegevens die ik verkrijg leren rapporteren, interpreteren en evalueren.

 

In augustus van 2002 werd een omzendbrief naar alle ziekenhuizen verstuurd met daarin richtlijnen met betrekking tot de bereiding van zuigelingenvoeding, en dit naar aanleiding van het overlijden van een neonaat aan de gevolgen van meningitis. Vermoedelijk was dit overlijden te wijten aan de pathogene kiem Enterobacter Sakazakii die zich in de klaargemaakte kunstvoeding bevond. Het was dan ook mijn taak om in de stage-instelling na te gaan in hoeverre hun manier van werken overeenstemde met de regelgeving en op basis daarvan nieuwe bereidingsformules op te stellen.

 

Om deze stage tot een goed einde te kunnen brengen is er eerst op zoek gegaan naar alle beschikbare informatie over flesvoeding. Deze informatie werd grondig doorgenomen en samenvattingen werden gemaakt. Deze samenvattingen werden aan alle betrokkenen van het ziekenhuis overhandigd, welke een positief effect bleek te hebben. De omzendbrief werd geanalyseerd en de belangrijkste richtlijnen werden genoteerd.

 

Om de huidige bereidingswijze te ontdekken werden volgende methodes toegepast: een niet-participerende observatie, diepte-interviews en controle van de koelings- en opwarmingsperiode. Bij de niet-participerende observatie was het de bedoeling om beschrijvend te werk te gaan om zodoende een totaal beeld te krijgen van de huidige werkwijze. Via diepte-interviews met de hoofdvroedvrouw van de dienst pediatrie en de afdeling materniteit werd getracht informatie te verkrijgen die niet werd bekomen via de observatie. Bovendien werd aan de hand daarvan werd bovendien gepeild naar de meningen en behoeften van de ondervraagden en hun medewerkers. Aangezien de koelings- en opwarmingstijd een cruciaal element vormen voor de proliferatie van micro-organismen, werd nagegaan of deze tijdspanne de kritische limieten niet overschreed. Deze technieken bleken op een goede manier de realiteit weer te geven. In de toekomst zou ik echter wel meer dan één observatiemoment inlassen. De diepte-interviews verliepen ook niet zoals verwacht. De hoofdvroedvrouw had een sceptische houding tegenover mij waardoor het even leek alsof ik de respondent was geworden. De hoofdverpleegkundige van de kinderafdeling antwoordde telkens heel kort en bondig.

 

Eens alle informatie van het huidig bereidingsproces bekomen, werd deze informatie in een stroomdiagram gegoten. Vervolgens werd de huidige bereidingswijze aan de geldende wetgeving getoetst. Hierbij werden de gevolgde stappen in tabelvorm tegenover de wetgeving geplaatst. Bovendien werd een document samengesteld met daarop de punten die wel in overeenstemming waren met de regelgeving, de kritische controlepunten en de verbeterpunten. Er kon duidelijk geconstateerd worden dat de met de wetgevende overeenstemde gegevens in de minderheid waren. Het niet respecteren van bepaalde hygiënevoorschriften en de etikettering op de melkpoederdoos waren de voornaamste verbeterpunten. De koelkast bleek eveneens niet in staat om de flesvoeding binnen 4uur naar een temperatuur van 4°C of minder te brengen. De tijdspanne om een gekoeld flesje naar 37°C te brengen bleek heel kort te zijn (minder dan 12 minuten). De kanttekening die hierbij echter moet gemaakt worden is dat de flesjes te warm worden wanneer ze te lang in de flesverwarmer blijven staan, waardoor de nutritionele waarde daalt.

 

Om al deze informatie aan de belanghebbenden te kunnen rapporteren werden bijeenkomsten opgezet. Door alle bekomen gegevens gestructureerd weer te geven kregen zij een duidelijk overzicht van de materie. Tijdens de eerste vergadering was het eveneens de bedoeling om te brainstormen over nieuwe bereidingsformules. De medewerking van de anderen bleek echter niet evident. Op suggestie van de hoofdverpleegkundige van de kinderafdeling is er in ander ziekenhuizen geïnformeerd naar hun oplossing voor de problematiek. Voornamelijk het bezoek aan het Aalsters Stedelijk Ziekenhuis heeft mij een goede zet in de richting gegeven om een bereidingsvoorstel uit te werken.

 

Na een brainstorm van bereidingswijzen werden naast de optie om kant-en-klare voeding in te schakelen twee bereidingsformules volledig uitgewerkt, zowel in tekstvorm als in een stroomdiagram. Van deze voorstellingswijze werd gebruik gemaakt om de tweede vergadering te leiden. Naar het einde van de stage toe bleken de houdingen van de hoofdverpleegkundige en de hoofdvroedvrouw omgekeerd te zijn. Toen ze had gezien dat ik mij effectief inzette voor het project, stond de hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling stond nu heel positief tegenover mij. De hoofdverpleegkundige van de dienst pediatrie had aanvankelijk een heel open houding, maar toen ze zag dat ik haar ideeën niet bevestigde kwam ze minder ontvankelijk over.

 

Om een uiteindelijke keuze te kunnen maken uit de twee bereidingsprocedures werd de Duke of Wellington-analyse gehanteerd. Aan de hand van deze techniek worden de voor- en nadelen tegenover elkaar afgewogen en wordt op een rationeel verantwoorde manier een keuze gemaakt. Uiteindelijk is er gekozen om voor de kraamafdeling te werken met kant-en-klare zuigelingenvoeding. Voor de dienst pediatrie kan echter de gebruiksklare formule niet volledig toegepast worden. Op deze afdeling worden immers een heel groot gamma aan voedingen voorgeschreven, welke niet allemaal beschikbaar zijn in de kant-en-klare vorm. Omwille van organisatorische redenen is dan de keuze gevallen op de bereiding per 12uur. Hierbij is er wel een veiligheidssysteem ingebouwd. Zo wordt het Hazard Analysis and Critical Control Point geïntroduceerd. Dit is een managementsysteem waarbij de voedselveiligeheid centraal staat. Andere beleidsmaatregelen zijn: het organiseren van een voorlichtings- en trainingsprogramma, het aanstellen van een referentieverpleegkundige en het oprichten van een speciaal met de materie belast comité dat minimaal om de drie maand samenkomt.

Copyright Sofie De Rouck